ad 4 – de aria
De aria is een persoonlijk getuigenis van één-gelovige-namens-allen. De tekst is niet Schrift-gebonden en lijkt spontaan op te komen bij de beschouwer van de gebeurtenissen in het verhaal. De persoonlijke emotie staat centraal, evenals de drang om de overige aanwezigen in deze geloofsgetuigenis te betrekken. De aria is opgebouwd volgens de wetten van de retorica, besluit daarom altijd met de motieven van het begin en kent vele tekstherhalingen, in steeds andere muzikale gedaanten. (Zoals een goed redenaar met zorgvuldig gekozen herhalingen steeds dichter bij de luisteraar binnen komt.)
De consequentie van dit herhalingselement is voor de tekst, c.q. voor de vertaling, dat ook de Nederlandse tekst dit grote aantal herhalingen moet kunnen verdragen en in de verschillende muzikale gedaanten immer natuurlijk moet aanvoelen. Ik heb daarbij steeds gestreefd naar klankverwantschap tussen het Duits en het Nederlands op overeenkomstige muzikale plaatsen.
Vaak had dit ook consequenties voor de woordvolgorde en de zinsbouw. Tekstinhoudelijk heb ik bij het kiezen van de Nederlandse equivalent steeds gewogen of ik met het nieuw-ontstane tekstbeeld “als gelovige in de 21 eeuw uit de voeten kan”.
Zo heb ik bijv. in aria 31 het beeld van de “door bloed roodgekleurde rug” van Christus maar liever gelaten voor wat het ten tijde van Bach kennelijk was. In plaats daarvan heb ik de grote lijn van de aria op een nieuwe manier in beeld geprobeerd te brengen.
Erwäge, wie sein blutgefärbter Rücken
In allen Stücken
Dem Himmel gleiche geht,
Daran, nachdem die Wasserwogen
Von unsrer Sündflut sich verzogen,
Der allerschönste Regenbogen
Als Gottes Gnadenzeichen steht!
Bedenk toch hoe hij met zijn bloed wil geven
het hemels leven,
hij wil ons geven het hemels leven.
Want zie, zodra de watergolven
van onze zondvloed zijn geweken,
hoe zijn beloofde regenboog
als teken van genade straalt.
Terug naar Overzicht